m. -s (1 iem., die naar de kerk gaat tot bijwoning van de kerkdienst; 2 iem., die gewoon is naar de kerk te gaan):
1. de kerkgangers schuifelden weg;
2. een geregeld kerkganger.
Gepubliceerd op 11-11-2021
betekenis & definitie
m. -s (1 iem., die naar de kerk gaat tot bijwoning van de kerkdienst; 2 iem., die gewoon is naar de kerk te gaan):
1. de kerkgangers schuifelden weg;
2. een geregeld kerkganger.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: