kauwde, h. gekauwd (fijnmalen met de tanden, van spijzen om ze gereed te maken om doorgeslikt te worden, van genotmiddelen om er de smaak van te genieten): het voedsel goed kauwen; op een strootje, potlood (zitten te) kauwen, knabbelen; tabak kauwen, pruimen; sirih kauwen.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk