Gepubliceerd op 11-11-2021

karakter

betekenis & definitie

o. karakters (Gr.-Lat. charakter: 1 figuur, letterteken; 2 kenmerk; 3 v. personen: aard, inborst; 4 een krachtig ontwikkeld, in ’t oog lopend karakter in bet. 3; zielskracht; nobele inborst; ook: iem. met zulk karakter; 5 de rol van een held uit een roman, toneelstuk; 6 het eigenaardige, typische, onderscheidende; 7 aard, wezen; vorm; uiterlijk):

1 Gotische karakters;
2 het karakter van een geslacht, soort (nat. historie);
3 zwakheid van karakter, gebrek aan zedelijke zelfstandigheid; een openhartig karakter; iets ligt in iems. karakter;
4 een man van karakter; een volk van karakter; Willem was een karakter;
5 optreden in het karakter van Hamlet; goed een karakter uitbeelden, goed weergeven;
6 Batavia had een echt Hollands karakter; straten zonder karakter, banaal;
7 een tijdelijk karakter, een blijvend karakter dragen, aan iets geven.

< >