Gepubliceerd op 11-11-2021

Kanaän

betekenis & definitie

o. (naam [van het Westelijke deel] van Palestina; Land van Belofte): Kanaän werd na de Babylonische gevangenschap ± 500 v.C. verdeeld in: Judea in het Z., Samaria in het midden en Galilea in het N.; na de verwoesting van Jeruzalem door Titus, in 70 n.C. in een Rom. provincie, Palestina, met het Over-Jordaanse onder vier vorsten (zie v i e r v o r s t), met een algemenen landvoogd (zie P i l a t u s); ons Hollands Kanaän, de geestelijke wereld in Nederland; de tale Kanaäns (Jesaja 19 : 18), a) de taal der gelovigen, der vromen, b) inz. het gebruiken van bijbelteksten, c) ong.: kwezelig geteem.

< >