Gepubliceerd op 11-11-2021

kampen / Kampen

betekenis & definitie

I. kampte, h. gekampt (strijden; worstelen; wedijveren; Z.-N. spel: de eindbeurt spelen): met, tegen iem. kampen; hebben te kampen met gebrek.

II. o. (oude Hanzestad in Overijsel, o.a. bekend wegens de van haar burgerij verhaalde onnozelheden); Kampenaar, m. Kampenaars, Kampenaren.

< >