v. -crisissen (ministeriële crisis);
kabinetsformateur, kabinetsformeerder, m. -s (staatsman, belast met [of: tot stand gebracht hebbende] de vorming v. e. ministerie); kabinetsorder, v. -s; zie kabinetsschrijven; kabinetsquaestie of kabinetskwestie, v. -quaestiën, -kwesties: de minister stelde de kabinetskwestie, deelde aan de Tweede Kamer mede, dat bij afstemming van het regeringsvoorstel de regering zou aftreden;
kabinetsraad, m. (geheime raad met, bij of van den vorst; vergadering van al de ministers, [meestal ter regeling van een urgente zaak]): er werd kabinetsraad gehouden over de beslaglegging op onze schepen;
kabinetsschrijven, o. (brief of aanschrijving vanwege den koning, het ministerie, B. en W. in grote steden, in O.-I. den Gouv.-Generaal).