won in, h. ingewonnen (1 herwinnen, inhalen; 2 zien te verkrijgen):
1 verzuimde tijd inwinnen; typ. ruimte inwinnen;
2 de raad van iem. inwinnen, vragen; inlichtingen inwinnen.
inwippen
wipte in, i. ingewipt (met een wip, een vlugge wippende beweging binnengaan, binnenwippen): even bij iem. inwippen.