Gepubliceerd op 11-11-2021

heraut

betekenis & definitie

m. -en, uitroeper; wapenkoning, fig. aanzegger, aankondiger; de heraut was oorspr. iem., wiens taak het was voor een vorst plechtige bekendmakingen te doen, allerlei plechtigheden (bv. tornooien) te bestieren, zijn heer vooraf te gaan enz.

< >