hief, heeft geheven;
1. optillen, in de hoogte lichten: de armen ten hemel heffen, fig. de ogen ten hemel heffen, slaan naar;
2. innen; doen betalen, opleggen: belastingen heffen; nog: (Z.-N.) drinken.
Gepubliceerd op 11-11-2021
betekenis & definitie
hief, heeft geheven;
1. optillen, in de hoogte lichten: de armen ten hemel heffen, fig. de ogen ten hemel heffen, slaan naar;
2. innen; doen betalen, opleggen: belastingen heffen; nog: (Z.-N.) drinken.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: