tw.:
1. met uitspraak van e als e in vet; uitroep bij een krachtsinspanning, hè dat is zwaar! uiting van pijn: hè wat een pijn! van schrik: hè is dat schrikken! van opluchting: hè dat is een pak van mijn hart! van bewondering, verwondering: hè hoe mooi! van pleizier: hè wat een lol! van teleurstelling: hè hoe jammer! met ja of neen aansporing: hè ja! hè neen!
2. met uitspraak van e als ee in vee; uitroep om iems. aandacht te trekken: hè jij daar; van verwondering: hé vind je dat?
3. met uitspraak als onder 1 of onder 2: bij een verzoek iets te herhalen: hè wat zeg je? verzoek of aansporing om in te stemmen of als een herinnering: mooi hè, niet waar?
