Gepubliceerd op 11-11-2021

gunst

betekenis & definitie

v. in bet. 2 gunsten (1 gunstige gezindheid; onverplichte goedheid; bescherming, voorkeur; 2 blijk van gunst, genegenheid):

1. in blakende gunst staan; uit genegenheid; iem. gunst betonen; bij iem. in de gunst komen, uit de gunst geraken; om de gunst en de klandizie verzoeken; bij hoge gunst;
2. iem. met gunsten overladen, een gunst bewijzen.

< >