graaide, h. gegraaid (1 met de handen in iets tasten, grabbelen; 2 visserij Z.-H.: schoonmaken en uithalen in de natijd; afschrapen en schoonmaken der bommen):
1. met de handen in het zand graaien; in een mand met kersen graaien;
2. het vaartuig graaien en optuigen.