o. -en (1 het geschrevene, handschrift; 2 gedrukt stuk; werk, opstel):
1. bij geschrifte, door schriftelijke mededeling; in geschrifte, niet-mondeling; valsheid in geschrifte; in geschrifte brengen, stellen;
2. de geschriften van Cicero; nog: Z.-N. een schoon geschrift hebben, een mooie hand schrijven.