v. -heden (1 ligging, plaatselijke gesteldheid, vero.; 2 plaats, ruimte, gunstig voor iets gelegen; 3 tijdsomstandigheid of gesteldheid van zaken, gunstig voor een bepaalde handeling: omstandigheid, aanleiding; ook: mogelijkheid van vervoer, reisgelegenheid; 4 W.C.):
1. de gelegenheid van een land, v. e. slagveld;
2. zo'n hoekhuis is een beste gelegenheid voor een winkelier;
3. een schone gelegenheid om roem te behalen, kans; bij gelegenheid, als er aanleiding toe bestaat; zegsw. iem. in de gelegenheid stellen, in staat stellen; de gelegenheid bij de haren grijpen (of: pakken); zie haar I 1; zie ook dief;
4. waar is de gelegenheid, W.C.?