Gepubliceerd op 11-11-2021

galmen

betekenis & definitie

galmde, h. gegalmd (1 een galm voortbrengen; weergalmen; 2 met een galm doen horen; uitgalmen):

1. de 12 slagen galmden door de lucht; de snaren doen galmen, weerklinken; fig. Napoleons naam galmde door Europa;
2. Amen, Amen, galmde de gemeente.

< >