Gepubliceerd op 11-11-2021

eenvoudig

betekenis & definitie

I. bn. (1 weinig samengesteld of ingewikkeld; 2 wars van weelde en vertoon; zich niet op de voorgrond stellend; 3 als aanwijzing van een maatschappelijke stand: geen weelde kennend; geen aanspraak op deftigheid makend; 4 van levenswijze enz.: zonder weelde of vertoon; 5 zonder opsmuk, ongekunsteld; 6 zonder meer):

1. een eenvoudig vraagstuk; eenvoudige breuk, waarvan teller en noemer gehele getallen zijn;
2. een heel eenvoudige jongen, maar toch gedistingueerd;
3. eenvoudige burgerlui;
4. een eenvoudig en werkzaam leven;
5. eenvoudige schoonheid;
6. het was een eenvoudige uitnodiging; een eenvoudige opmerking.

II. bw. (1 op weinig samengestelde of ingewikkelde manier; 2 zonder weelde of vertoon; 3 zonder praal of opsmuk; 4 zonder omhaal, zonder meer):

1. dat ging eenvoudig zo;
2. uiterst eenvoudig leven;
3. eenvoudig maar goed gekleed;
4. ga eenvoudig weg; het is eenvoudig gelogen.

< >