Gepubliceerd op 11-11-2021

drinken

betekenis & definitie

I. dronk, h. gedronken (1 vloeistof door de mond en de keel tot zich nemen, bij uitbr. in zich opnemen; 2 een dronk wijden aan; 3 door drinken in een bepaalde toestand brengen; 4 door drinken tot stand brengen of verwerven; 5 alcoholische dranken gebruiken; 6 misbruik van alcoholische dranken maken):

1. water, thee, een fles —; (zonder voorw.) eten en —; de bloemen — de dauw;
2. iems. gezondheid —; zegsw. op iems. gezondheid —;
3. iem. onder de tafel —;
4. de vrede —; zich een roes —;
5 spelen en —;
6 hij drinkt; zie tempelier;

II. o.: lekker eten en —;

-er, m. -s (iem., die drinkt; inz. drinkebroer).

< >