voerde h. doorgevoerd (1 handelsartikelen door een land voeren, aanvoeren met het doel dat ze weer verder gevoerd worden; 2 consequent doorgaan met; volledige uitvoering geven aan, germ.):
1. kolen —;
2. een methode streng —, volhouden; een karakter —, tot het einde naar waarheid schetsen; -voerhandel, m. (transitohandel);
-voerrecht, o. -en (belasting op de doorvoer).