1 bn. ([gelijk] een dichter eigen [is]; van, overeenkomstig de aard, het wezen eens dichters): -e taal; -e vrijheid, nl. in de wijze van zeggen, wèl den dichter maar minder den prozaschrijver geoorloofd; -e vertelling, in versmaat b.v. Starings De Verjaardag;
2 bw. (op de wijze van een dichter): iets - uitdrukken.