m. cynici (Lat. volgeling der leer v. d. Gr. wijsgeer Antisthenes, 4e eeuw v.
C.; schaamteloos, gevoelloos, niet aan edele motieven bij zijn evenmens gelovend mens): - hangt waarsch. samen met Cynosarges, een gymnasium, waar Antisthenes les gaf, en bevat een toespeling op (Gr.) kyoon = hond; zie Diogenes.