Gepubliceerd op 11-11-2021

compleet

betekenis & definitie

Lat, completus, Fr. complet,

1 bn. completer, compleetst (ongeschonden; volledig, voltallig): een - servies; een complete editie van Bilderdijk; Z.-N. dat is dat ontbrak er nog aan;
2 bw. (1 volkomen, geheel en al; 2 als het ware, bepaald):
1 ik was het - vergeten;
2 het is - lente.

< >