o. (1 water aan de oppervlakte; 2 water, dat van de bovenloop v. e. rivier of van de hoger gelegen streken naar beneden stroomt; 3 wat het hoogste van twee waterspiegels):
1. het koude der Poolzee;
2. i. d. Waal had men last van het bovenwater;
3. het in de boezem opgemalen water noemt men bovenwater.