o. bolwerken (1 uitspringend [vijfhoekig] verdedigingswerk; bastion; naam van stadsgedeelten, waar vroeger een bolwerk was; 2 versterkend paalwerk aan een zeedijk; 3 fig. hetgeen ter verdediging of versterking dient):.
1. een beschieten; het Lucasbolwerk te Utrecht;
2. een dijk met bolwerken versterken; een otter in het bolwerk, er is gevaar, vero.;
3. een bolwerk tegen dwingelandij.