v. bijzonderheden (1 onderdeel van een geheel; détail [v. iets onstoffelijks]; 2 bijzondere omstandigheid, vreemdheid; 3 bezienswaardigheid, merkwaardigheid):
1. bijzonderheden ontbreken nog; bijzonderheden uit de vaderlandse geschiedenis, bijkomende feiten;
2. er deed zich geen bijzonderheid voor;
3. de bijzonderheden van een stad.