Gepubliceerd op 11-11-2021

bezweren

betekenis & definitie

bezwoer, h. bezworen (1 onder aanroeping v. God of v. iets heiligs, dierbaars enz. tot iem. e. verzoek of bevel richten; 2 iem. inz. een boze geest door gebeden enz. aan zijn macht onderwerpen; laten verschijnen, bannen; 3 met een eed bevestigen; zweren, dat iets bestaat, dat iets zo is, als de bepaling uitdrukt, dat men zich aan iets zal houden; 4 iem. van een boze geest bevrijden door gebeden enz.):

1. ik bezweer u bij den levendigen God: ga heen; ik bezweer je, verzoek dringend;
2. den duivel bezweren;
3. een getuigenis zijn onschuld bezweren; de grondwet bezweren;
4. de Apostelen banden duivelen uit, zeggende tot de bezetenen: wij bezweren u bij Jezus; zegsw. het gevaar, het dreigend ongeluk bezweren, afwenden.

< >