I. bn. (1 bewolkt; fig. minder gezond, flets; 2 er mede gemoeid zijnde; er mede belast);
1. een betrokken hemel of lucht; fig. de jongen ziet er betrokken uit;
2. de betrokken ambtenaar, d. i. die met de zaak belast is; de betrokken partij, die er mee te maken heeft.
II. betrokkene, m. en v. betrokkenen (persoon, die met een zaak gemoeid is; handel: hij, op wien een wissel is getrokken).