bestudeerde, h. bestudeerd (1 v. een geschrift, een tekst enz.: met aandacht lezen en overwegen om de betekenis volkomen te begrijpen; 2 van het uiterlijk van iem. of iets: scherp waarnemen; 3 studie maken van, beoefenen; 4 van uitingen: met overleg voorbereiden):
1. Vondel bestuderen;
2. iem. bestuderen; de natuur bestuderen;
3. een vraagstuk bestuderen; de les bestuderen; enige wetenschap bestuderen;
4. een bestudeerde houding, aangenomen (met de bijbet. v. gemaakt).
