Gepubliceerd op 11-11-2021

best

betekenis & definitie

(superlatief van goed),

1. bn.: dit is mijn beste vriend; mij best, ik heb er niets tegen; (mijn) beste man, jongen, aanspreking; naar mijn beste weten, zover ik weet; Gompertjes broek; hij is niet al te best, gezond; z. been 2 1.;
2. bw.: hij heeft het best gewerkt; iets best afkunnen, gemakkelijk; best mogelijk, zeer goed; het gaat niet al te best;
3. zn. o.: tot uw eigen best, voordeel, nut; het gemene best, algemeen belang; ten beste raden; zegsw. iets ten beste geven, a) iets lezen, voordragen, b) iets tot iems. nut, gerief enz. afstaan; moge (God) alles ten beste keren! tot ons geluk; zijn uiterste best doen om; het beste is, dat: het beste er mee, hoor! geluk er mee; laten wij het beste hopen;
4. zn. m. en v. besten: je bent een bovenste beste; dat kan den beste overkomen.
5. v. besten (eig. bestemoeder of grootmoeder, oud vrouwtje).

< >