Gepubliceerd op 11-11-2021

ambacht

betekenis & definitie

o. ambachten (1 handwerk; iron. beroep; Z.-N. gilde; 2 vrije heerlijkheid; district voor de rechtspraak; district van het dijkwezen; grondgebied):

1. het timmeren is een ambacht; hij is schoenmaker, verzenmaker van zijn ambacht; zegsw. ‘t is met hem twaalf ambachten en dertien ongelukken, hij zoekt telkens een nieuw middel van bestaan, maar slaagt in niets;
2. Berg-Ambacht, Veurne- Ambacht; de vier ambachten, Axel, Hulst, Assenede en Bouchaute; later: ambt o.: hij woont in het Ambt, niet in de stad: Ambacht-Delden.

< >