zaagde af, h. afgezaagd (1 met een zaag scheiden; 2 eentonig strijken of krassen op een viool):
1. een tak van een boom afzagen;
2. een muziekstuk afzagen, een walsje afzagen; fig. tot vervelens toe spelen.
Gepubliceerd op 11-11-2021
betekenis & definitie
zaagde af, h. afgezaagd (1 met een zaag scheiden; 2 eentonig strijken of krassen op een viool):
1. een tak van een boom afzagen;
2. een muziekstuk afzagen, een walsje afzagen; fig. tot vervelens toe spelen.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: