Gepubliceerd op 11-11-2021

afwisselen

betekenis & definitie

wisselde af, h. afgewisseld (1 op beurt vervangen: 2 beurtelings vervangen worden):

1. zangers en violisten wisselden elkander af; afgewisseld door (of: met);
2. donkere wolken wisselden afn met zonlicht: refl. zich afwisselen met.

< >