Gepubliceerd op 11-11-2021

afwachten

betekenis & definitie

wachtte af, h. afgewacht (wachten tot iem. komt, iets gebeurt): iem. aan de deur afwachten; bezoek afwachten, gereed zijn visites te ontvangen; den vijand afwachten gereed staan zijn aanval af te weren; de stoomboot afwachten; de aanval afwachten; de bui afwachten, wachten tot de bui voorbij is; zijn tijd afwachten, geduldig wachten, tot de gelegenheid komt; de gevolgen afwachten; een afwachtende houding aannemen, zijn gedrag laten afhangen van wat er gaat gebeuren; Z.-N. iem. afwachten, afloeren om hem aan te vallen.

< >