Gepubliceerd op 11-11-2021

aftellen

betekenis & definitie

telde af, h. afgeteld (1 bij telling van de gehele som afnemen; 2 ten einde toe [met nauwkeurigheid] tellen; 3 in aanmerking komen tot vermindering):

1. van twintig vier aftellen;
2. de benodigde tafellakens aftellen; af geteld geld;
3. de tijd der preventieve hechtenis telt niet af bij veroordeling tot gevangenisstraf.

< >