Gepubliceerd op 11-11-2021

aflezen

betekenis & definitie

las af, heeft afgelezen;

1. ten einde toe voorlezen: een lijst van namen aflezen;
2. in het openbaar bekend maken: een verordening, een proclamatie aflezen;
3. Z.-N. afbidden (in bet. 3); door bidden doen verdwijnen: Z.-N. paternosters aflezen; een ziekte aflezen.

< >