kortte af, heeft afgekort; korter maken, inkorten: een stok afkorten, zijn nagels afkorten, een woord afkorten, als: namelijk tot nl.; Z.-N. een schuld afkorten, gedeeltelijk betalen; zegsw. dat kort niets af, baat niet.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk