Gepubliceerd op 11-11-2021

aanvoer

betekenis & definitie

m. -en (1 het aanvoeren; ter markt brengen; 2 het aangevoerde; 3 het aanvoeren door geleidingsbuizen):

1 de - van bouwmaterialen; de — van levensmiddelen;
2 een ruime -;
3 de- van gas, water enz.;
-buis, v.-buizen; -pijp, v. -en; z. ald.

< >