duidde aan, h. -geduid (1
trachten kenbaar te maken door wijzen, herkenningstekenen; 2 uitdrukken; 3 betekenen):
1 fouten -, een huis -;
2 trots -;
3 berucht en beroemd duiden niet hetzelfde aan. Opm.
Aanwijzen geeft nauwkeuriger de herkenningstekenen aan dan — in bet. 1.