blies aan, h. -geblazen
(1 door blazen een werking versterken, meestal van vuur, of wat bij vuur vergeleken wordt; 2 op een instrument blazen om de toon te onderzoeken):
1 het vuur -, aanwakkeren; fig. een twist, de hartstochten -, aanzetten; 2 een instrument -; -blazing, v. (het aanblazen; lit. t. vero. [goddelijke] ingeving, bezieling, inspiratie).