Vroegste type tafelklok met een horizontaal geplaatst uurwerk en wijzerplaat in een metalen kast.
Evenals bij de vertaling van het Nederlandse woord tafelklok is ook hier verwarring betreffende de terminologie. Het Duitse woord Tischuhr wordt tegenwoordig ook gebruikt voor een type klok dat vroeger uitsluitend met het woord Türmchenuhr werd aangeduid. Het woord Dosenuhr schijnt niet meer gebruikt te worden maar is wel te vinden in boeken en catalogi van omstreeks 1975. Maurice gebruikt in 1976 het woord: Dosenförmige Tischuhr. In Engeland werd het woord table clock tot voor kort uitsluitend voor doosklok gebruikt, maar tegenwoordig ook voor bracket clock. De doosklok ontstond in het eind van de 15de eeuw, vermoedelijk in het Midden Europese gebied met de steden Wenen, Praag, Neurenberg en Augsburg. De klok was zonder uitzondering rond en stond met de rand van de ombouw op de tafel, zonder pootjes. De Engelse term voor een klok als deze is drumclock. Het materiaal voor de kast was verguld brons terwijl de uurwerken in deze eerste periode voornamelijk van ijzer waren gemaakt. In het Zwingermuseum in Dresden bevindt zich een voorbeeld van een dergelijke klok die in 1527 gemaakt is door Jacob Zech (?-1540) te Praag. Het gaande werk heeft spillegang met een snek. Een bijbehorend wekkerwerk uit 1619 kan met drie pootjes op de klok worden geplaatst. Een hefboom die onder uit het wekkerwerk steekt wordt door de uurwijzer verplaatst en op deze manier wordt het wekkerwerk uitgelicht. Bij dit type klok was een los wekkerwerk niet ongebruikelijk. De eenvoudige kast is vooral met tekst gedecoreerd. Van hem is een soortgelijke klok in de collectie van de Society of Antiquities te Londen. Gedurende de 16de eeuw worden de kasten rijker gedecoreerd en naast de ronde verschijnen ook de eerste vierkante klokken, beide types nu met pootjes. Wenzel Jamnitzer (1508-1585) te Neurenberg was een van de klokkenmakers die zich specialiseerde in klokken met overdadig gedreven en ajourgezaagde vergulde kasten.
Janus Reinhold (1550-1596) te Augsburg maakte in 1592 een zeer gecompliceerde astronomische doosklok, die behalve een volledige kalender ook een heiligenkalender en een draaiende sterrenhemel bevatte. In de collectie van het Nederlands Goud-, Zilver- en Klokkenmuseum te Schoonhoven bevindt zich een anonieme ronde vergulde doosklok met een ijzeren uurwerk omstreeks 1580. Ook in Frankrijk werden doosklokken gemaakt te Blois, Parijs en Lyon. Gedurende de 17de eeuw wijzigde de vorm van de klok; er werden zes- en achthoekige gemaakt, maar ook vierkante. De klokken werden steeds kleiner en de decoraties veranderden met de stijl en de smaak van de tijd.
In Nederland werden enkele doosklokken gemaakt in de tweede helft van de 17e eeuw onder meer door Salomon Coster (voor 1623-1659) en Severijn Oosterwijck (voor 1639-tussen 1690 en 1694). In het Duitse taalgebied werd de productie van dit type klok voortgezet tot in het midden van de 18de eeuw.
f: horloge de table d: Tischuhr, Dosenuhr e: tableclock