Een echappement dat werd uitgevonden omstreeks 1720 door George Graham (1673-1751). Thomas Tompion (1639-1713) had in samenwerking met Eward Booth (Barlow) (1636-1716) en William Houghton een echappement uitgevonden dat wel wordt beschouwd als de voorloper van de cilindergang. Volgens overlevering moet het meer een type virgulegang zijn geweest, maar geen enkel exemplaar ervan is bewaard gebleven. Dit echappement werd in 1695 gepatenteerd. In oudere boeken wordt de cilindergang ook: Graham’s horizontal genoemd.
De cilindergang bestaat uit het cilinderrad en de stalen cilinder waaruit een stuk is weggenomen, waardoor de tanden van het rad in en uit kunnen gaan. De balans is direct op de cilinder bevestigd waardoor hier geen sprake is van een vrije gang. Soms is op de balans een stiftje aangebracht om te ver doordraaien te voorkomen. De cilindergang verving de spillegang in horloges maar werd in Engeland al gauw nog maar weinig toegepast. Vermoedelijk was de tamelijk snelle slijtage en de grote kwetsbaarheid (breuk van de cilinder bij een schok) hiervoor de reden. In Zwitserland is de cilindergang vooral toegepast bij de massafabricage van horloges van gemiddelde kwaliteit in de tweede helft van de 19de en de eerste kwart van de 20ste eeuw. De balans is van één metaalsoort gemaakt en heeft geen regulageschroeven. Onder de naam ray-escapement is een goedkope cilindergang bekend met gebogen puntige tanden.
f: échappement à cylindre d: Zylinderhemmung e: cylinder escapement