Gepubliceerd op 28-04-2017

De Levensavond

betekenis & definitie

Zijn ideale levensavond slijt de snob al flanerend met een cederhouten wandelstok met verzilverd handvat, liefdevol ingelegd met fijn ivoor, in een voorname wijk van een oud Han- zestadje, of in een vrijwel leeg, winderig landschap in een bouwvallig slot, op zijn gemak in een met groen damast beklede moeraseiken stoel voor een open haard waarin een vuur brandt van berkenhout en sparappels, of op een schaduwrijk terras met Syrische klapstoeltjes, ingelegd met parelmoer, met een idyllisch uitzicht op een dal vol cipressen.

In de meeste bejaardenhuizen is de snob overigens geen graag gezien persoon. Maar vrijwillig gaat hij niet in zo’n inrichting huizen. Als de snob jong sterft (wat om esthetische redenen natuurlijk aan te bevelen valt), is dat misschien ook een opluchting voor hem. Constant in luxe en schoonheid verkeren kan ook ontzettend saai worden. George Brummell en Robert Coates (twee bekende dandy’s) zijn zelfs in totale armoede gestorven. Er zijn helaas meer voorbeelden van zo’n ellendig einde. Daar moet ik wel bij zeggen dat beide heren zich tot op de laatste dag heel elegant kleedden en in hun fantasie de voornaamste gasten ontvingen, zoals de Prins van Wales, lady Cunningham (de grootste vrouwelijke snob aller tijden), lady Yar- mouth enzovoort. Een vriend van Coates, Ferdinand de Gé- ramb, een schitterende dandy en ook een avonturier, eindigde zijn leven in een schilderachtig klooster in de Elzas. Wat er ook gebeurt: blijf tot de laatste snik extravagant en mysterieus! (Overigens hebben de luxezaken nog geen kasjmier lijkwaden te koop. Noemt men zoiets geen 'gat in de markt’?)

< >