XYZ van de klassieke muziek

Katja Reichenfeld (2003)

Gepubliceerd op 21-03-2017

Programmamuziek

betekenis & definitie

Programmamuziek is instrumentale muziek die een verhaal vertelt of een literair idee verbeeldt, niet te verwarren met 'illustratieve muziek' waarbij, vooral in de Renaissance en de barok, een woord uit een gezongen tekst werd uitgebeeld, een geluid uit de natuur werd geïmiteerd of een machinaal geluid werd nagebootst.

Terwijl woordschildering en klankillustratie waarschijnlijk zo oud zijn als de muziek zelf, kregen componisten pas in de vroege romantiek de behoefte een verhaal te vertellen dat zich afspeelde in de fantasie, in het verleden of de toekomst. Geen zuiver muzikaal 'betoog ' waarmee men wil overtuigen of ontroeren in de zin van de retorica, maar een verhaal over buitenmuzikale gebeurtenissen.

Waarschijnlijk is Beethovens Zesde symfonie, de Pastarale, het eerste voorbeeld van programmamuziek, met in deel 3-5: 'Lustiges Zusammensein der Landleute', 'Gewitter, Sturm', 'Frohe und dankbare Gefühle nach dem Sturm'. Beethoven heeft overwogen om programmatische teksten bij zijn pianosonates te schrijven, maar zag ervan af. Een volgende mijlpaal was het oeuvre van Berlioz met zijn Symfonie Fantastique en het altvioolconcert Harold en Italie, beide ontstaan op de kruising van fantasie en autobiografie. Berlioz leverde een uitvoerige tekst bij zijn Fantastique, maar het was Franz Liszt die kwam met de benaming 'programmamuziek'. Hieronder verstond hij niet alleen muziek met een op schrift gesteld programma, maar in bredere betekenis muziek waarin 'het terugkomen van motieven, het veranderen ervan en de modulaties bepaald worden door hun relatie tot een poëtisch idee (...)' In wezen was het programmatische concept een geniaal idee, waarmee de romantici een alternatief hadden gevonden voor de uitgangspunten van de klassieke sonatevorm.

< >