XYZ van de klassieke muziek

Katja Reichenfeld (2003)

Gepubliceerd op 21-03-2017

Otto Nicolai

betekenis & definitie

Otto Nicolai (Königsberg 1810-Berlijn 1849) was een Duitse componist en dirigent die een versmelting nastreefde van Duitse en Italiaanse opera. Daarbij stond 'Duits' voor intellectueel en 'Italiaans' voor emotioneel.

Nicolai kwam op zestienjarige leeftijd in Berlijn terecht. Daar kreeg hij les van Zelter, directeur van de Berlijnse Singakademie en voormalig leraar van zijn leeftijdgenoot Mendelssohn. Zelters lessen waren geconcentreerd op religieuze vocale muziek. Zo zong Nicolai de Christus-partij in een van de eerste Berlijnse uitvoeringen van de Matthäus-Passion. In 1833 werd hij organist in de kapel van de Pruisische ambassade in Rome. De muziek van Rossini, Bellini en Donizetti die hij daar hoorde, bracht een keerpunt in zijn carrière teweeg. Hij stapte over naar de opera en maakte al snel naam met Italiaanse opera's. Vier jaar later vestigde hij zich in Wenen als dirigent aan de Hofopera. Daar ging in 1849 Die lustige Weiber von Windsor in première, een Duitse opera buffa waarin Nicolai Italiaanse lichtvoetigheid liet samengaan met Duitse diepzinnigheid. Hoewel Schumann zich afkeurend uitliet over deze 'smeltkroesmuziek', publiceerde hij toch een artikel van Nicolai in zijn Neue Zeischrift für Musik. Hierin poneerde de meester van Die lustige Weiber: 'De Duitse opera bevat filosofie genoeg, maar niet genoeg muziek. De Italiaanse opera daarentegen bevat muziek genoeg, maar geen filosofie. Zou het dan volkomen onmogelijk zijn, een bevredigende verbintenis tot stand te brengen tussen die twee?'

Oeuvre
5 opera's; 15 religieuze werken; ca. 60 vocale werken, o.a. koorwerken en liederen; 2 symfonieën; wat kamermuziekwerken, o.a. voor piano.

< >