Jules Massenet (St. Etienne 1842-Parijs 1912) was een Franse componist van opera's met een intieme atmosfeer die beïnvloed zijn door Ambroise Thomas, zijn compositieleraar aan het Parijse conservatorium. Daar zou hij later zelf als docent zijn stempel drukken op een hele generatie jonge collega's.
Zijn kennis van het orkest, opgedaan als slagwerker bij de Opéra, resulteerde in 1863 in het behalen van de Prix de Rome. Massenet schreef behalve opera's veel muziek voor diverse bezettingen. Maar bijna al dat werk viel ten prooi aan de tand des tijds. Met zijn opera's richtte hij zich, net als Strauss en Puccini, op de smaak van de burgerij. In een brief aan D'Indy refereerde hij aan zijn diverse succesvolle werken over bekeerde courtisanes, een populair thema in het Parijs van die tijd: 'Ik geloof niet in al dat huilerige Jezus-gedoe, maar het publiek houdt ervan.' Inderdaad waardeerde men in Massenets Thais (1894) dit 'bescheiden en pseudo-religieuze eroticisme' (aldus D'Indy). De Méditation uit Thais is tot op de dag van vandaag wereldberoemd.
Na 1880 werd Massenet enigszins beïnvloed door Wagner, vooral in zijn lossere melodische opbouw; in de jaren '90 liet het verisme een stempel achter op zijn werk. Toch zette hij zijn populariteit niet op het spel met belangrijke vernieuwingen of andere pretentieuze experimenten. Binnen de traditie van de luchtige, prikkelende Franse opera's waar hij op aansloot, verraste hij wel steeds weer met nieuwe, zinvolle effecten. De muziek werd het meest beroemd om haar tedere, door Gounod beïnvloede lyriek. Zelfs Ravel kon zich daar niet aan onttrekken.Toch bewees de maker ook over dramatisch talent te beschikken; dat blijkt alleen al uit het uitbuiten van contrasten, zoals de genoemde tegenstelling sensualiteit-vroomheid. Soms bracht hij die contrasten zelf aan, bijvoorbeeld in Werther (1892) met de muziek voor het sentimentele liefdespaar versus die voor de frisse Sophie. Zo werd Massenet vanaf zijn Manon (1884, deels gecomponeerd in het huis te Den Haag waar Prévost de vertelling schreef) beschouwd als de beroemdste Franse operacomponist in de periode tussen Bizets Carmen (1873) en Debussy's Pelléas et Mélisande (1893-95).
Sir Thomas Beecham beweerde Bachs Brandenburgse concerten graag cadeau te geven in ruil voor Manon. Maar Massenet ondervond van zijn tijdgenoten die diepgravender muziek schreven dan hij felle tegenstand. Debussy: 'Vakgenoten vergaven hem maar moeilijk zijn vermogen tot behagen, dat strikt genomen een gave is. Hij bezit een verrukkelijk soort faam, welke hem in het geheim wordt misgund door veel grote kunstenaars die hun handen slechts kunnen warmen aan de wat bleke vlam van de waardering door enkele uitverkorenen.'
Oeuvre
Ruim 30 opera's; toneelmuziek, balletten en concertante drama's; wat kerkmuziek; koor- en een paar honderd sololiederen; orkestwerken, o.a. 8 suites; wat pianostukken en arrangementen.