XYZ van de klassieke muziek

Katja Reichenfeld (2003)

Gepubliceerd op 15-03-2017

Joseph Jongen

betekenis & definitie

Joseph Jongen (Luik 1873-Sart 1953) was een Belgische componist, organist en pedagoog. Zijn hybride, laatromantische componeerstijl bezorgde hem een internationale reputatie.

Op zevenjarige leeftijd werd Jongen toegelaten tot het conservatorium in Luik waar hij orgel en later ook compositie studeerde. In 1897 ontving hij de Prix de Rome voor zijn cantate Comala (1897). Korte tijd was hij organist van de St. Jacques in Luik. Vervolgens maakte hij vier jaar lang reizen door Europa, waar hij kennis maakte met vooraanstaande Franse en Duitse componisten. Vanaf 1905 bleef hij in Brussel, met uitzondering van zijn verblijf in Engeland tijdens de Eerste Wereldoorlog. Jongen doceerde eerst theorie aan het Brusselse conservatorium en werd daarna directeur (tot 1939). Hij boekte zijn eerste successen als componist met kamermuziek. Jongen ontving een prijs voor zijn grootschalige Pianokwartet (1902) en zijn Eerste strijkkwartet (1894) en al gauw brak hij internationaal door met zijn Cellosonate (1912). Daarna verkreeg hij vooral bekendheid door zijn verschillende orgelwerken, zoals de sonore Symphonie concertante (1926) voor orgel en orkest, en de pompeuze, virtuoze Sonata eroïca voor orgel (1930).

Aanvankelijk stond Jongen onder invloed van Franck, maar later liet de muziek van andere Europese tijdgenoten, vooral de impressionistische Debussy en de spirituele Fauré, sporen in zijn idioom na. Een criticus omschreef zijn stijl veelzeggend als 'een samenvatting van de wereld'. Ondanks deze stijlveranderingen behield Jongens muziek een eigen karakter door de heldere structuur, de ambachtelijke werkwijze, de poëtische bevlogenheid en doordat hij vaak eenstemmige koralen en Waalse volksliederen ingenieus in zijn composities verwerkte.

Oeuvre
3 toneelwerken; 41 vocale geestelijke composities; 52 wereldlijke vocale composities; 36 orkestmuziekwerken; 96 kamermuzieken solowerken; 59 andere instrumentale werken en orkestwerken.

< >