XYZ van de klassieke muziek

Katja Reichenfeld (2003)

Gepubliceerd op 21-03-2017

Erwin Schulhoff

betekenis & definitie

Erwin Schulhoff (Praag 1894-Wülzburg 1942) was een Tsjechische componist en pianist van Duitse afkomst. Hij was een eclecticus die uit verschillende stijlen een eigen idioom creëerde dat werd samengesmeed door elementen uit de slavische volksmuziek.

Op advies van Dvorák ging Schulhoff op zijn tiende piano studeren aan het Praags conservatorium. Daarna studeerde hij verder in Wenen en Leipzig (bij Reger) en ten slotte in Keulen (bij Debussy). Aanvankelijk was het idioom van zijn composities laat romantisch en geënt op Brahms en Reger. Tijdens de Eerste Wereldoorlog diende hij als soldaat in het Oostenrijkse leger en, wakker geschud door verschrikkelijke oorlogservaringen, ging hij zich geëngageerder opstellen. Na de oorlog werd hij gedreven door communistische idealen en wilde hij zich als componist ontdoen van het 'elitaire' romantische idioom. Hij vestigde zich in Duitsland waar hij in contact kwam met de Berlijnse dadaïsten, de Amerikaanse jazz, en het twaalftoonsysteem van Schönberg.

In 1923 keerde Schulhoffmet zijn vrouw en zoon terug naar Praag, en begon hij zich volledig te ontplooien als componist, pianovirtuoos en publicist. Onder invloed van Janáček en de slavische volksen dansmuziek ontwikkelde hij zijn eigen stijl met verschuivende dansritmes en gebruik van de oude kerktoonsoorten. Veel succes had hij met zijn Eerste strijkkwartet (1924), de Eerste symfonie (1924-25) en het Dubbelconcert voor fluit en piano (1927). Als beroemde (jazz)pianist trad hij in binnenen buitenland op, maakte plaatopnamen en werd veel gevraagd bij de radio. Volgens de Praagse muziekcriticus Erich Steinhard was Schulhoff een 'pianovirtu oos van de eerste orde, in het bijzonder in nieuwe muziek, met een verbluffende techniek, voorbeeldige inleving en een radicale interpretatie; een revolutionaire componist die met beide benen op de grond staat'.

In 1933 kwam aan Schulhoffs opdrachten en werkzaamheden in Duitsland voorgoed een einde. Als jood én communist werd hij, zoals zovelen, vanaf die tijd door de nazi's buitengesloten; in Duitsland was hij uiteraard niet meer welkom. Behalve symfonische jazz componeerde hij steeds meer grootschalige symfonieën met het sociaal-realisme als zijn eigenlijke thema. Te laat besloot hij om naar de Sovjet-Unie te emigreren: in juni 1941 werd hij in Praag gevangengenomen en naar een Duits concentratiekamp gebracht waar hij acht maanden later stierf. Na zijn dood raakte hij steeds meer in de vergetelheid, tot zijn muziek aan het eind van de 20e eeuw opnieuw werd ontdekt.

Oeuvre
5 toneelwerken, waaronder twee balletten; 22 symfonische (vocale) composities, waaronder zes symfonieën; 15 kamermuziekwerken; ruim 30 pianowerken en enkele andere instrumentale solostukken; 16 vocale werken met begeleiding van piano/ensemble.