XYZ van de klassieke muziek

Katja Reichenfeld (2003)

Gepubliceerd op 15-03-2017

Countertenor

betekenis & definitie

Countertenor is een mannelijke altstem. De menselijke zangstem heeft veel meer mogelijkheden dan die welke doorgaans worden gebruikt. Zo heeft elke gecultiveerde zangstem een reeks falsettonen ter beschikking, te vergelijken met flageolettonen op een strijkinstrument. De countertenor cultiveert dit falsetregister, breidt het uit en legt eventueel een verbinding met zijn natuurlijke stem, doorgaans een bas of bariton. Hiernaast zijn er ook mannelijke zangers die over een extreem hoge stem beschikken.

De term countertenor stamt uit de Engelse Renaissance en duidt op de zangpartij die boven de tenorpartij lag. Wat betreft de omvang kwam deze ongeveer overeen met de vrouwelijke altpartij. Aangezien vrouwen toen niet in de kerk mochten optreden, namen de mannelijke alten het van hen over in de kerkelijke muziek. Vandaar ook wel de benaming 'altus', een Latijnse benaming die letterlijk 'hoog' betekent. Ook jongens met een nog niet-gemuteerde altstem werden ingezet om deze partij te zingen. Later werd het verbod op vrouwelijke zangers opgeheven en nam de vrouwelijke alt de rol van de countertenor over. In de opera werden in de vroege 17e eeuw bepaalde rollen nog bezet door countertenoren (bijvoorbeeld bij Monteverdi), maar in de 18e eeuw verdween hij steeds meer naar de achtergrond.

Het was Alfred Deller (1912-79) die als eerste deze vergeten stemsoort weer onder de aandacht bracht. Vanaf de jaren zestig bracht de steeds groter wordende kring van musici en musicologen die geinteresseerd waren in de historische uitvoeringspraktijk een vloedgolf teweeg aan vergeten en in bibliotheken opgediept repertoire uit de Renaissance en de Barok.

Geïnspireerd door deze 'beweging' en door het voorbeeld van Alfred Deller, ontwikkelden vele zangers die daarvoor aanleg hadden hun stem tot een countertenor. Naast Deller behoren Paul Esswood (1942) en Michael Chance (1955) tot de beroemdsten.

< >