Aleatoriek (Lat . alea, dobbelsteen) is een term voor een compositiemethode waarbij door de componist een toevalselement wordt ingelast. Bijvoorbeeld kan op bepaalde plaatsen een improvisatie worden voorgeschreven, of de volgorde van de elementen waaruit de partituur bestaat kan aan de uitvoerenden worden overgelaten.
Het gaat hierbij steeds om een keuze uit verschillende mogelijkheden waarbij het de componist om het even is wélke keuze er gemaakt wordt. De keuze heeft echter wél consequenties, net zoals het werpen van een dobbelsteen (alea) gevolgen heeft. De Amerikaanse componist John Cage baarde groot opzien toen hij in 1958 bij de Ferienkurse in Darmstadt deze vrijheid introduceerde, als reactie op de verstarring waartoe het seriële componeren had geleid. Cage had toen al de mogelijkheden die het toeval hem bood tot in de verste uithoeken verkend: met behulp van de I Tjing, het oude Chinese orakelboek, en door het opgooien van munten liet hij zijn eigen keuzes bij het componeren bepalen door factoren buiten hemzelf (bijv. in Music of Changes voor piano uit 1951). De ideeën van Cage brachten ook experimenten teweeg op het gebied van de 'grafische notatie' waarin het noteren van noten met hun tijdsduur en toonhoogte volledig werd losgelaten, en zijn denken had grote invloed op o.a. het werk van Morton Feldman, Earle Brown en Karlheinz Stockhausen.