een oud-Italische, den Gr. geheel onbekende licht- en zonnegod, naast Jupiter aangeroepen; daarna de god v. d. in- en uitgang zoowel tijdelijk als plaatselijk, die vooruit- en achteruit-ziet, en als zoodanig met twee aangezichten voorgesteld. De eerste maand, Januarius, was hem gewijd: op den 1sten dag van die maand offerde men hem een meelkoek, wenschte men elkaar geluk en vereerde men elkaar kleine geschenken; hij sloot en ontsloot de deuren.
Bij alle gewichtige gebeurtenissen werd hij aangeroepen, b.v. wanneer de consul zijn ambt aanvaardde, de oogst begon te rijpen of een oorlog begon. Bij ‘t uitbreken van den oorlog stond de tempel v. Janus open, totdat de vrede hersteld was. Van den tijd v. Romulus af tot dien v. keizer Augustus werd die tempel maar driemaal gesloten.