Klassiek handwoordenboekje

M.J Koenen en dr. Van Anrooy (1920)

Gepubliceerd op 18-03-2024

Heimdal

betekenis & definitie

zoon van Odin, de groote, wijze, heilige en wondersterke god. Hij houdt de wacht aan het einde des hemels op den godenburcht of Himanbjorg bij de hemelbrugl (Bifröstbrug); hij ziet in de duisternissen, en zijn gehoor is zóó scherp, dat hij het gras op de velden en de wol op de schapen kan hooren groeien.

Met zijn tooverhoren (Giallarhoorn), wiens klank tot aan de verste uiteinden der wereld klinkt, waarschuwt hij de goden bij gevaar. Hij rijdt op Gulltopper, een snelvoetig paard, met haar en manen van goudglans; zie Loki.

< >